Ontwikkelingsfases van gedrag bij honden ( puppy’s )
Prenatale periode ( 57 tot 36 dagen voor de geboorte )
Pre betekent voor, nataal betekend de geboorte betreffend. In deze periode, die
vooraf gaat aan de geboorte is er vooral spraken van indirecte beïnvloeding van de teef.
Neonatale periode ( 0 tot 2 weken )
Neo betekent nieuw, nataal betekend de geboorte betreffend. In deze weken na de geboorte zijn de pups nog doof en blind. Wel kunnen ze ruiken en kruipend de weg naar de tepel van hun moeder vinden.
Overgangsfase ( 2 – 3 weken )
Rond de 14de dag gaan de oogjes van de pups open en ongeveer een weekje later de oren. De pups lopen, kunnen vloeistoffen oplikken en leren om zonder hulp hun behoefte te doen. In deze periode komen er geleidelijk meer prikkels bij de pups binnen, waar de 1ste leerprocessen beginnen.
Socialisatieperiode ( 3 – 12 weken )
Dit is zonder twijfel de belangrijkste fase in het leven van de hond. Alles wat de pup
in deze periode meemaakt, zal hij accepteren als “normaal”. Daarom is het van
belang ze in contact te brengen met levende wezens en zorgen dat er niets geks gebeurd. Daarnaast is Habituatie ( gewenning ) ook van belang. Hierbij leert dat een pup bijvoorbeeld niks hoeft met een container, of een fietsend persoon.
Juveniele periode / Angstfase ( 12 weken – 6 maand )
Na de 3de maand komt de hond in ‘de angstfase’ ( de emotie angst neemt al vanaf zijn vijfde levensweek langzaam maar zeker toe ) De onbevangenheid in sociale contacten, maakt geleidelijk plaats voor een natuurlijke neiging tot vluchten. Dit is belangrijk: de wereld van de pup word groter en daarmee ook de risico’s. Het herstelvermogen na schrik is afgenomen. Als de pup in deze fase een trauma oploopt of erg schrikt kunnen de omstandigheden die de schrik hebben veroorzaakt een onuitwisbare indruk achterlaten. De eigenaar moet hier rekening mee houden. Hij moet de pup behoeden voor beangstigende ervaringen en hem niet in een situatie dwingen, waarin hij zich kennelijk niet prettig voelt. Gun de pup tijd om moed te verzamelen. Het is in deze fase van groot belang dat je je hond voldoende steun geeft, hierdoor zal hij uitgroeien tot een stabiele hond, waarbij de kans op het vertonen van angst en/of agressie minder is.
Puberteit ( 6 maanden – plm 14 maanden )
In deze periode ontwikkelt de hond zich tot lichamelijke volwassenheid en seksuele rijpheid. Tijdens deze fase kunnen er gedragsveranderingen plaats vinden. Het kan soms nodig zijn om wat meer te begrenzen, om te voorkomen dat hij ongewenst gedrag gaat vertonen.
Geduld, begrip voor deze wat moeilijkere periode die er nu eenmaal bij hoort en een consequent leiderschap zijn van vitaal belang om deze periode zo goed mogelijk door te komen.
Volwassenheid ( vanaf plm 14 maanden )
De hond word lichamelijk volwassen, al zal hij nog ‘uitzwaren’. Het tempo waarin dat gebeurt, is afhankelijk van het ras. Het karakter van de hond ligt in grote lijnen vast, al zullen er nog verfijningen optreden. Het is goed te blijven investeren in een goede baas-hond relatie, door vriendelijk en consequent leiderschap en door de hond tegemoet te komen in zijn behoeften ( van veiligheid en voedsel tot en met beweging en geestelijke uitdaging ) komt de hond tot in zijn ouderdom zo goed mogelijk tot zijn recht.